Je vraagt je af waarom ze “visdiefje” genoemd worden. In het Engels heten ze “fishtief””, en in het Frans “voleur de poisson”. Toch is de vis die ze vangen zeker niet gestolen. Onvermoeibaar scheert hij de lucht, zoekend naar een prooi. Eenmaal gevonden blijft hij soms nog even cirkelen om het goede moment af te wachten, en duikt dan met een enorme snelheid omlaag om zijn prooi te bemachtigen. Dat is toch iets anders dan een hengel of een net uitgooien!
Niet altijd, maar wel vaak is hij trefzeker. Maar het wordt hem niet altijd gegund, in dit geval had een meeuw het op hetzelfde visje gemunt ….
Ze overwinteren in Afrika, en komen eind maart terug naar Nederland om hier te broeden. Een legsel bestaat doorgaans uit 2 à 3 eieren. Dat is niet veel, maar soms hebben ze twee legsels in een seizoen. Ze vissen dus niet alleen voor zichzelf, maar ook en vooral om hun jongen te voeden.