
In zijn boek “Italienische Reise” heeft Goethe een verslag gemaakt van de reis die hij in 1786-1788 door Italië heeft gemaakt. Aangekomen in Sicilië las ik zijn aantekeningen over het bezoek aan de villa van de Prins van Palagonia. Een citaat:
Onze hele dag is in beslag genomen door de waanzin van de prins van Palagonia. Zijn dwaasheden bleken heel anders te zijn dan alles wat ik me had voorgesteld nadat ik erover had gehoord en gelezen. De volgende lijst geeft je misschien een beter idee van wat prins Palagonia heeft begaan in zijn waanzin:
Mensen. Bedelaars van beide geslachten, mannen en vrouwen van Spanje, Moren, Turken, gebochelden, misvormde personen van elke soort, dwergen, muzikanten, Pulcinellas, soldaten in antieke uniformen, goden en godinnen, personen gekleed in Franse mode van lang geleden, soldaten met munitie buidels en leggings, mythologische figuren met groteske accessoires; bijvoorbeeld: Achilles en Chiron met Pulcinella.
Dieren. Slechts delen ervan; een paard met mensenhanden, het hoofd van een paard op een mensenlichaam, misvormde apen, veel draken en slangen, elk soort poot aan elk soort lichaam, dubbele koppen en verwisselde koppen.
Het walgelijke karakter van deze misvormingen, gemaakt door mislukte steenhouwers, wordt nog verergerd door het feit dat ze zijn gemaakt van de meest losse schelptufsteen; maar een beter materiaal zou des te meer wijzen op de waardeloosheid van de vorm.

Door zoveel wanstaltigheid was mijn interesse gewekt, en gelukkig bleek de villa nog steeds te bestaan. Maar waar de villa oorspronkelijk in een park met oprijlaan moet hebben gelegen, was dat in de loop van de tijd volledig volgebouwd. Af en toe zag ik, ingeklemd tussen twee huizen, nog een restant van wat vroeger een beeld op de oprijlaan geweest moet zijn.
De villa is gelukkig geheel ommuurd, en eenmaal binnen die muren komt de villa nog best tot zijn recht. Nou ja, tot zijn recht, er is nog wel een indruk van vroegere grandeur, maar het geheel verkeert inmiddels wel in een behoorlijke staat van verval.
Op de muren rond de villa zijn nog steeds de “walgelijke figuren” te zien waar Goethe het over had.


Ook binnen is te bemerken dat de villa niet meer in goede staat verkeert. Maar het blijft bijzonder. De prins heeft op veel plaatsen gebruik gemaakt van trompe-l’oeil, een techniek in de beeldende kunst waarbij opzettelijk een optische illusie wordt gecreëerd (trompe-l’oeil betekent letterlijk “bedrieg het oog”, ofwel gezichtsbedrog). De villa staat vol met wandschilderingen met een bedrieglijk echt perspectief. Daardoor lijkt het vanaf enige afstand of er links en rechts van de binnendoorgang echte pilaren staan …

Of een indrukwekkend standbeeld op een zuil …

Of een buste aan de wand, met een dame die haar hand lijkt uit steken.

Ik kan begrijpen dat Goethe geen hoge waardering had voor de villa als uiting van kunst. Maar als ik een lijstje zou maken van de meest curieuze gebouwen die ik ooit bezocht heb, zou Villa Palagonia daar heel hoog in staan!