De rivier Li baant zich kronkelend een weg dwars door het karstgebergte. De rivier is een belangrijke verkeersader. Veel van de inwoners uit de omgeving van Yangshuo en Guilin maken gebruik van de boot om hun waren op de markten te kopen of te verkopen.
Heel bijzonder zijn de vissers met hun aalscholvers. De eieren worden nog voordat ze uitgebroed zijn uit het nest gehaald. Als de kuikens uit het nest komen is de visser het eerste levende wezen dat ze zien, en neemt hij de plaats van hun ouders in. Ze worden opgevoed om vis te vangen voor de visser. Met een klein vlot van zes aan elkaar gevlochten bamboepalen gaat de visser bij avond de rivier Li op. De aalscholver duikt, vangt de vis en geeft die af aan de visser. Als beloning krijgt hij een klein stukje vis, en duikt opnieuw.  

Vanuit Yangshuo maakten we een twee dagen durende excursie naar het tweehonderd kilometer noordelijker gelegen Longshen. De Zhuangs (één van de bergstammen in dit gebied) hebben er zeventien generaties over gedaan om de hier gelegen bergen van de voet tot de top te beleggen met rijstterrassen. Adembenemend mooi!
We hadden het geluk om dit gebied in 1997 in nog nagenoeg ongerepte staat te mogen bezoeken. Er waren geen verharde wegen, geen auto’s, geen moderne hulpmiddelen – en geen enkele toerist. En omdat de mensen zelf in klederdracht waren, was het alsof de tijd had stilgestaan.